Klop de boter met een mixer op hoge snelheid romig. Verlaag de snelheid tot half hoog, en voeg de suiker toe en mix tot een glad en romig mengsel. Voeg het ei en de vanillearoma toe en mix op hoge snelheid tot een gelijkmatig mengsel (ca. 1 minuut). Als het nodig is kun je met een spatel de zijkanten van de kom regelmatig schoonmaken.

Meng de bloem met het bakpoeder en het zout. Voeg het bloemmengsel toe aan het ei-botermengsel en meng op een lage snelheid tot een deeg. Als het deeg te zacht is om uit te kunnen rollen kun je eetlepel voor eetlepel bloem toevoegen.

Meng de suiker en het kaneelpoeder. Verdeel het deeg in 2 gelijke delen. Rol elk deel op een bakmat of bebloemd bakpapier uit tot een rechthoek van ca. 17×22 cm en ongeveer 6 mm dik. Bestrijk iedere rechthoek met 1 eetlepel gesmolten boter. Besprenkel de rechthoeken met de kaneelsuiker.

Rol nu voorzichtig het deeg strak op tot een rol van 22 cm. Gebruik je vingers om eventuele barsten in het deeg weg te werken, een enkel barstje maakt niet uit. Leg de rollen minimaal 2 uur in de koelkast om op te stijven.

Verwarm de oven voor op 180 graden. Bekleed een bakplaat met bakpapier of siliconen bakmat. Haal de deegrollen uit de koelkast. Snijd de rollen in ongeveer 18 gelijkmatige stukken. Leg de stukjes met de snijkant naar boven, iets uit elkaar, op de bakplaat. Bak de koekjes in 10-11 minuten, totdat de zijkanten goudbruin beginnen te worden. Haal uit de oven en laat helemaal afkoelen voor je ze kunt glazuren.

Klop alle ingrediënten tot een glazuur. Besprenkel het glazuur over de koekjes. Bewaar de koekjes luchtdicht tot een maximum van 5 dagen.